• Mae maware ukemi = voorwaartse val
• Mae ukemi = voorwaartse plankval
• Yoko ukemi - zijwaartse val
• Uchiro ukemi - achterwaartse val

2. NAGE WAZA – WERPTECHNIEKEN

Toepassing :

• Uke valt aan zonder ontwijken/blokkeren v/d tegenaanval/worp Tori = yaku soku geiko.
• Tori voert worp uit volgens principe JJB = naakte tegenstander = geen of minimaal gebruik v/d kledij uke.
  
  
• Ashi waza – Beenworpen 

• O soto gari - grote buitenwaartse beenveeg
• Ko soto gake – kleine buitenkant haken
• O uchi gari – grote binnenkant vegen
• Ko uchi gari – kleine binnenkant vegen
  
  

• Koshi waza – Heupworpen

• Goshi guruma - heuprad
• Harai goshi – vegende heupworp
  
  

• Kata waza – Schouderworpen

• Ippon seoi nage - 1 punt schouderworp
• Kata guruma – schouderwiel
  
  

• Te waza – handworpen

• O soto osae – tai sabaki schuin voorw. + teisho/ worp
• Kiri otoshi – idem + 2 handen achterw. Op schouders/worp
• Ryo ashi dori – 2 benen onderuit trekken/ worp
  
  

• Sutemi waza – Offerworpen

• Tomoe nage - rugwaartse offerworp
• Kani basami - zijwaartse schaarbeweging

• Gesa gatame - zijwaartse basishoudgreep
• Kata gatame - zijwaartse houdgreep met armcontrole liggend / geknield.
• Tate shiho gatame – vier steunpuntenhouding
• Mune gatame – zijwaartse steunpuntenhouding met de borst
• Kami shiho gatame – steunpuntenhouding via hoofdzijde

1. In controle overgaan van 1e naar 5e / 5e naar 1e houdgreep.
2. door de jury opgelegde houdgreep gedurende 10 seconden houden. Indien nodig overgaan naar andere positie.

• Hachiji dachi = natuurlijke houding
  Vanuit deze stand uitvallen in fudo dachi
• Fudo dachi = gevechtsstand in kamae te = bokshouding
• Kiba dachi = ruiterstand

• Linker direct = rechtstreekse vuiststoot naar de kin/neus/oogkas.
• Rechter direct = tegengestelde vuiststoot ( idem hoger )
• Hoekslag/swing = draaiende stoot naar de kin/ kaak/slaap/oogkas.
• Uppercut = opwaartse stoot naar kin/ plexus/ maag/ lever/zwevende ribben.
  
  Toepassingen :

1. op stootkussen krachtige stoten bokstechnisch uitvoeren.

1. op pads of handschoenen uke : afwisselend Linker en Rechter direct/ combinatie swing en uppercut.
   Snel en krachtig in verschillend ritme en tempo.

• zuki = rechtstreekse vuiststoot / vuist horizontaal.
• Gyaku zuki = tegengestelde vuiststoot.
• Tate zuki = rechstreekse vuiststoot / vuist vertikaal.
• Teisho uchi = slag met hiel van de hand
• Uraken uchi = slag met rugzijde v/d vuist ( diverse richtingen )
• Shuto uchi = meshand / pinkzijde van de hand
• Haito uchi = meshand / duimzijde van de hand
• Tettsui uchi = hamervuist
• Togo = vorkhand
• Kumade = berenklauw
• Empi uchi = elleboogslag ( tate- mawashi- yoko - uchiro- otoshi )
  
  Toepassing: Op stootkussen kime/kiai. - Technische demo met partner.

• Voorarm / voorarmen op afstand / dichtbij
• Open handen ( opvangen rechter / linker direct )
• Age uke = afweer met voorarm
• Gyaku age uke = tegengestelde afweer met voorarm
• Juji uke = gekruiste afweer ( stokslag loodrecht/hoofd )

• Shuto uke = snijkant hand ( stokslag zijwaarts )
• Gyaku Shuto uke = snijkant hand.
• Teisho uke = hiel v/d hand van buiten naar binnen

• Te osae uke = met de hand naar beneden duwen
• Soto uke = afweer met voorarm van buiten naar binnen.
• Gyaku soto uke = idem / tegengesteld.
• Uchi uke = afweermet voorarm van binnen naar buiten.
• Gyaku uchi uke = idem / tegengesteld.
• Gedan barai = van binnen naar buiten met voorarm
• Gyaku gedan barai = idem / tegengesteld
• Gedan kake uke = van buiten / binnen met voorarm

• Juji uke = gekruiste afweer
  
  Toepassing: Technische demo met partner die aanval uitvoert.

• Mae geri kekomi = voorwaarts stotende trap
• Mae geri keage = voorwaarts flappende trap
• Yoko geri kekomi = zijwaarts stotende trap
• Mawashi geri = zijwaarts draaiende trap ( yodan / chudan )
• Low kick = zijw. Draaiende of voorw. trap met scheenbeen (gedan )
• Ura kansetsu geri = schuin neerwaarts gerichte stotende trap met de hiel v/d voet. Voetpunt omhoog/ tenen opgetrokken
• Ushiro geri = Achterwaartse trap
• Hiza geri = Kniestoot
• Fumikomi geri = vertikaal gerichte stotende trap met de hiel v/d voet.
  Voetpunt omhoog/ tenen opgetrokken
• Mae tobi geri = voorwaarts stotende trap uitgevoerd met sprong
• Yoko tobi geri = zijwaarts stotende trap uitgevoerd met sprong
• Hiza tobi geri = kniestoot uitgevoerd met sprong
  
  Toepassing: Op stootkussen kime/kiai. - Technische demo met partner.

• Voorarm / voorarmen op afstand / dichtbij
• Sho sukui uke = scheppende afweer.

• Gedan kake uke : van buiten/ binnen met voorarm.

• Gedan barai ; van buiten/ binnen met voorarm.
• Gyaku gedan barai = idem / tegengesteld
• Sho suiki uke = scheppende afweer.

• Ashi uke = zijwaarts trap opvangen met onderbeen.
• Nami geashi = voorwaarts optrekken v/h been en trap opvangen met de voetzool.

• Kote geashi = binnenwaartse polsverdraaiing = worp

• Sankyo = binnenwaartse polsverdraaiing

• Ude gatame = gestrekte armklemmen ( rechtstaande / op grond )

• Ude garami = geplooide armklemmen ( rechtstaande / op grond )

• Waki gatame = rechstreeks/ tegengesteld op schoudergewricht.
  Variatie : idem toepassing rechtstreeks op de voorarm.

• Yubi kansetsu = vingerklemmen

• Tai Sabaki: letterlijk = lichaam draaien ( uit de stoot- aanvalslijn )
• Afweer + schuin voorwaartse beweging naast uke ( teisho uke )
• Afweer + wijken uit de aanvalslijn ( te osae uke )
• Veilige afstand nemen met morote teisho uchi
• Veilige afstand nemen met toho uchi en gyaku tate zuki

• Uit handdruk.

• Uit rechtstreekse polsgreep:
  • via zwak punt.
  • met vorkhand (toho)

• Diagonale polsgreep:
  • Bevrijding met snijhand pinkzijde (shuto)

• Twee handen op een pols vooraan.

• Uit poging aanval over de armen
  • Bovenaan / onderaan

• Revers wordt gevat met 1 of 2 handen:
  • Bevrijding met snijhand duimzijde (haito)

• Uit wurging met beide handen : Voorwaarts / zijwaarts.

• Wurging op de bloedtoevoer = dicht drukken v/d halsslagaders
• Wurging op de ademhaling = dicht drukken v/d luchtpijp/ strottenhoofd
  
  Met gebruik van de kledij:
  
  Voorwaarts :

1.  nami eri juji jime : gekruiste wurging / duimen in de kraag - vingers uit de kraag.
2.  gyaku eri juji jime : idem / duimen uit de kraag - vingers in de kraag.
3.  kata eri juji jime : idem / 1 kant duim in de kraag - 1 kant vingers in de kraag.
4.  tsukkomi jime : L pols over keel + L revers uke vatten.
   Met R hand R revers uke neerwaarts trekken.
   
   Achterwaarts :
5. okuri eri jime : met R hand L revers uke over keel.
   Met L hand R revers uke neerwaarts trekken.
   
   Naakte wurging : met de blote hand/ voorarm/ benen.
   
   Achterwaarts :

1. twee handen samengevoegd.
2. voorarm ( slang )
3. voorarm verstevigd.
   
   Voorwaarts :
4. keel en hals blokkeren met shuto en haito.( hoofdverdraaiïng )
5. vorkhand : toho.
   Tori op de rug / uke geknield tussen de benen :
6. de hals gekneld tussen de benen tori
7. het middenrif gekneld tussen de benen tori

• Staande/ zittend voor/achter uke.
• Op grond : houdgreep /op - onder uke.

• Afweer greep op twee polsen achterwaarts
• Afweer greep op revers met 1 of 2 handen : uke duwt  -  uke trekt.
• Afweer op wurgingen met beide handen
  • Voorwaarts
  • Zijwaarts
  • Achterwaarts
    
    
• Afweer op zijwaartse halsomklemming met beide armen:
  • Tori heeft één arm achter rug van uke
  • Tori heeft beide armen vooraan
  • Tori wordt naar beneden gedrukt
    
• Afweer voorwaartse omklemming rond het middel:
  • Over de armen
  • Onder de armen ( zie JJB principe )
    
• Afweer achterwaartse omklemming onder de armen
• Afweer achterwaartse omklemming over de armen:
  • Tori springt op de schouders
  • Tori omvat de biceps
    
    

• Afweer voorarmwurging: uke trekt tori achterwaarts

•              
• Afweer op greep op het haar

• Afweer omstrengeling van het hoofd vooraan :
• Uke duwt.   -   uke heft.
               

• Toepassing: Technische demo met partner. Kime-Kiai.

• Afweer aanvaller met stok – slagwapen:
  • Aanval van boven naar onder
    
  • Aanval zijwaarts van rechts naar links
    
  • Aanval zijwaarts van links naar rechts
    
• Afweer aanvaller met mes – steekwapen:
  • Grijpen van het wapen van tussen de kledij
  • Bedreiging op afstand
  • Bedreiging langs voor tegen de keel
  • Bedreiging langs achter tegen de keel
  • Aanval van boven naar onder
  • Aanval zijwaarts van rechts naar links
  • Aanval zijwaarts van links naar rechts
  • Aanval steken naar de buik
• Afweer aanvaller met vuurwapen:
  • Grijpen van het wapen van tussen de kledij
  • Bedreiging langs voor hoog/midden
  • Bedreiging langs achter hoog/midden
  • Bedreiging zijwaarts hoog/midden
  • 
    
    Toepassing: Technische demo met partner. Kime/Kiai.

6. KUMI KATA WAZA - OFFENSIEVE TECHNIEKEN: ( 19 tot 22 )

Tori zet zelf de aanval in :

Afstand met uke overbruggen via slag-traptechniek afwisselend hoog-laag + 360° rond uke bewegen :

Fase 1 : uke op de buik brengen / in controle afstand nemen via hoofdzijde / zich in veiligheid brengen.
Fase 2 : uke op de grond brengen, ruglings of op de buik en controle via gekende houdgrepen/ klemtechniek.
Fase 3 : uke onmiddellijk uitschakelen via gekende slag-traptechniek, worpen, klem- en wurgtechniek.

Wordt uitgevoerd zonder beschermmateriaal / geen tijdsspanne.


4e kyu : 1 tot 10.

1. Afleiding naar gezicht en overgaan naar beenworp (o soto gari - ko soto gake - ko uchi gari ), afwerking op grond met stoot – slag of traptechnieken (atemi/geri waza) en controletechniek.

2. Vatten pols van aanvaller, stoot/slag of traptechniek (atemi/geri waza) en overgaan naar gestrekte armklem met polsklem (ikyo/nikyo) of binnenwaartse polsverdraaiing (kote geashi) of buitenwaartse polsverdraaiing (nikyo ) of handverdraaiing (sankyo). Bij weerstand tegenovergestelde beweging maken en overgaan naar geplooide armklem of hoofdverdraaiing. Afwerking op grond met controletechniek.

3. Vatten pols van aanvaller, stoot/slag of traptechniek (atemi/geri waza) en overgaan naar afweer van boven naar beneden met voorarm (soto uke). Afwerking op grond met controletechniek.

4. Aanvaller zijwaarts of langs achter benaderen en buitenste arm tussen de arm van de aanvaller laten glijden, met andere arm slag tegen het achterhoofd en overgaan naar hoofdomklemming waarbij de gevatte arm tegen het gezicht van de aanvaller wordt gedrukt. Hoofdverdraaiing maken terwijl men de hoofdomklemming blijft aanzetten, aanvaller naar de grond brengen, op de buik en overgaan naar controletechniek.

5. Aanvaller zijwaarts of langs achter benaderen en buitenste arm tussen de arm van de aanvaller laten glijden, met andere arm slag tegen het achterhoofd en overgaan naar hoofdomklemming waarbij de gevatte arm tegen het gezicht van de aanvaller wordt gedrukt. Op achterste knie gaan zitten en de hoofdomklemming aanhouden, overgaan naar liggende positie en van daaruit naar een controle met gestrekte armklem.

6. Afleiding naar gezicht en overgaan naar heupworp ( goshi guruma – harai goshi), afwerking op grond met stoot – slag of traptechnieken (atemi/geri waza) en controletechniek.

7. Kopstoot of afleiding naar gezicht of togo op de keel en tegelijkertijd grijpen van de tegenstander bij de nek, kniestoot en voorwaartse trap naar de benen, hoofdverdraaiing gevolgd door stoot – slag – traptechnieken en controletechniek. 

8. Afleiding naar gezicht, uke volledig omvatten, naar de grond brengen door hoofdverdraaiing of hand langs achter op aanzet nek/schouder plaatsen en neerwaartse beweging maken. Overgaan naar stoot – slag – traptechniek en controletechniek. 

9. Afleiding naar gezicht, uke volledig omvatten, met voorste been achter aanvaller stappen en verste been wegvegen en schaarbeweging met de arm, afwerking op de grond met stoot – slag – traptechniek en controletechniek.


10. Afleiding naar gezicht, uke volledig omvatten, met voorste been achter aanvaller stappen, beide benen van uke onderuit trekken en uke tegen de grond brengen, afwerking op de grond met stoot – slag – traptechniek en controletechniek.


3e kyu : 11 tot 15.

11. Afleiding naar gezicht en overgaan naar schouderworp (Ippon seoi nage – kata guruma), afwerking op grond met stoot – slag of traptechnieken (atemi/geri waza) en controletechniek.

12. Afleiding naar gezicht en overgaan naar handworp ( o soto osae – kiri otoshi – ryu ashi dori ), afwerking op grond met stoot – slag of traptechnieken (atemi/geri waza) en controletechniek.

13. Grijpen van de aanvaller, kniestoot en voorwaartse trap naar de benen, lichaam aanvaller voorover brengen en aanzetten wurging frontaal en aanvaller naar de grond brengen, overgaan naar controletechniek.

14. Afleiding naar gezicht, beenworp voorwaarts, controlegreep over één been, voet op ander been binnenkant dij, stoot naar het kruis, gevatte been opzij werpen waardoor aanvaller op de zijkant komt te liggen, via de rugzijde naar hoofd toe gaan waarbij er constant contact is met aanvaller, één knie op gezicht en andere knie in de rug en overgaan naar controletechniek of na controle op been, beenklem op andere gevatte been.

15. Afleiding naar het gezicht, op het voorste been werken van aanvaller, één arm/hand/vuist drukt in liesstreek of boven de knie en met andere hand wordt de enkel gegrepen en naar voor getrokken waardoor de aanvaller uit evenwicht wordt gebracht, controlegreep over één been, voet op ander been binnenkant dij, stoot naar het kruis, gevatte been opzij werpen waardoor aanvaller op de zijkant komt te liggen, via de rugzijde naar hoofd toe gaan waarbij er constant contact is met de aanvaller, één knie op gezicht en andere knie in de rug en overgaan naar controletechniek of na controle op been, beenklem op andere gevatte been.


2e kyu : 16 tot 18.

16. Afleiding naar gezicht, middel van aanvaller omklemmen en met het hoofd rechtop duwen/ onevenwicht veroorzaken. Langs de buitenzijde been grijpen, aanvaller opheffen/ vorm van wielrad, afwerking op grond met stoot – slag of traptechnieken en controletechniek.

17. Afleiding naar gezicht, middel van aanvaller omklemmen en hoofd op de rugzijde van de aanvaller, hoofd rechtop houden en langs de binnenzijde been grijpen, aanvaller opheffen en vorm van wielrad, afwerking op grond met stoot – slag of traptechnieken en controletechniek. 

18. Afleiding naar gezicht, overgaan naar berenklauw ( kumade ) op het gezicht en vorkhand op de keel, aanvaller naar de grond brengen, afwerking op grond met stoot – slag of traptechnieken en controletechniek.


1e kyu : 19 tot 22.

19. Afleiding naar gezicht, achter de aanvaller stappen en overgaan naar wurgtechniek, aanvaller op de grond brengen en controletechniek. 

20. Schaarsprong ( kani basami ) voorwaarts rond het lichaam van de aanvaller en hem naar beneden trekken, inhaken langs binnenzijde been van de aanvaller waarbij hij voorwaarts wordt gerold, overgaan naar viersteunpuntenhouding op het  lichaam, stoot- of slagtechnieken en controletechniek. 

21. Afleiding naar gezicht en overgaan naar ura kani basami, afwerking op grond met stoot – slag of traptechnieken en controletechniek. 

22. Afleiding naar gezicht en overgaan naar Kuzure kami basami, afwerking op grond met slag- stoot- of traptechniek en controletechniek.


7. RANDOM ATTACK – WILLEKEURIGE AANVALLEN

Tori reageert op plotse, onverhoedse aanval van uke.

Principe JJB :
Wanneer tori door uke wordt aangevallen/vastgenomen ( zie 5/6 ) dient het volledige lichaam onmiddellijk in actie te komen met afwisselend verdedigende hoge, lage trappen, slagen. VB : hoge afweer/slag in gezicht/hoofd uke gevolgd door lage trap op voet/scheenbeen en onmiddellijk terug hoge slag waarna afwerking : hoofdverdraaing/kniestoot gevolgd door empi uchi, klemtechniek, hougrepen, enz…

Wordt uitgevoerd zonder beschermmateriaal gedurende 3’.

1.Rechter direct
2.Stotende trap / Mae geri kekomi

Bevrijdingen uit :
3.handdruk
4.polsgreep Zelfde kant
5.diagonale polsgreep
6.twee handen op een pols boven / onder
7.Greep op beide polsen boven / onder
8.Greep op beide polsen langs achter
9.Poging aanval over de armen boven-/ onderaan
10.Linker direct
11.Flappende trap / Mae geri keage
12.Zijwaartse trap / Yoko geri

Verdedigende houding op de grond :
13. uke staat langs voor
14. uke staat zijwaarts
15. uke staat over tori ter hoogte van de heupen 

Wurging op grond :
16.uke zit geknield tussen de benen van tori
17.uke zit geknield over de borst / bekken van tori
18.Uke zit geknield naast tori
19.Uke langs achter zittend op tori / voorarmwurging

Wurgingen met beide handen :
20. zijwaarts
21. voorwaarts
22. achterwaarts

Halsomklemming met beide armen zijwaarts :
23. één arm achter rug uke
24. beide armen vooraan
25. wordt naar beneden gedrukt
26.Afweer voorwaartse omklemming onder de armen
27.Afweer achterwaartse omklemming onder de armen

Afweer achterwaartse omklemming over de armen :
28. tori springt op de schouders
29. tori omvat de biceps

Afweer op greep op het haar :
30.achterwaarts
31.voorwaarts

Aanvaller grijpt de revers van tori en :
32.duwt
33.trekt
34.Kniestoot / Hiza geri
35.Draaiende trap naar het hoofd / Mawashi geri jodan
36.Low kick / mawashi geri gedan

Aanvaller met stok :
37. zijwaarts van links naar rechts
38. zijwaarts van rechts naar links
39. van boven naar onder

Aanvaller met mes :
40. bedreiging
41. messteek van boven naar onder
42. messteek naar buik
43. messteek van van links naar rechts
44. messteek van rechts naar links
45. mes langs achter tegen de keel

Afweer gewapende aanvaller met pistool :
46. bedreiging hoog langs voor
47. bedreiging midden langs voor
48. bedreiging hoog langs achter
49. bedreiging midden langs achter
50.Greep met één hand op bovenarm/ zijkant
51.Omstrengeling hoofd vooraan – uke duwt
52.Omstrengeling hoofd vooraan – uke trekt
53.Afweer hoekslag : rechtervuist, linkerbeen voor
54.Afweer hoekslag : rechtervuist, rechterbeen voor


8. JIU JITSU KUMITE

Tori reageert op open aanval van uke.

Aangeleerde technieken :

Worp- slag- trap- klemtechniek en houdgrepen in praktijk brengen.
Wordt uitgevoerd met helm en open bokshandschoenen 14 oz gedurende 3’.


TER  INFO : 

1. HET  VOLLEDIGE   JIU-JITSUPROGRAMMA   OP  FILM :
    Examen 1e dan Steve Mertens  dd. 24/06/2017.



2. KLEMMENKATA  OP  FILM.